Wat is een goed antwoord op een examenvraag? Bij meerkeuzevragen is het duidelijk: er is één juist antwoord en dat duid je aan. Bij een open vraag is dit minder eenduidig. Met deze tips zetten we je op weg naar goede antwoorden:

1. Wat vragen ze?

Een open vraag begint vaak met verklaar, wat is, wat betekent, wat is het verschil tussen, ... De docent verwacht dat je het begrip uitlegt en laat zien dat je het begrijpt. Duid alvast belangrijke woorden aan.

2. Wat weet je?

Schrijf je antwoord niet onmiddellijk neer, maar neem je tijd om er rustig over na te denken. Noteer alle sleutelwoorden die je met de vraag associeert op je kladpapier om later uit te werken. Zo vermijd je om dingen over het hoofd te zien.

3. Wat antwoord je?

Verwerk de sleutelwoorden tot een gestructureerd geheel. Laat zien wat je kent en leg alles volledig uit want de docent kan niet raden wat jij denkt. Let op volgende zaken:

Beperk je altijd tot de voorziene antwoordruimte
Formuleer je antwoord kort en krachtig
Controleer of je antwoord voldoet aan de opgave.
Verzorg je handschrift en let op eventuele spelfouten.
Gebruik geen zelfgemaakte afkortingen of symbolen.
De docent heeft geen nood aan overbodige informatie: antwoord niet meer dan wat de docent vraagt.
Ben je niet helemaal zeker van je antwoord? Misschien kan een vermoeden of bepaalde redenering je toch nog punten opleveren.

KladExamen ExamenAntwoord